Home » Overige vertelpunten » 802. Orthen en de tachtigjarige oorlog

802. Orthen en de tachtigjarige oorlog

In 1523 vond een Gelderse inval plaats in de Bossche buitenwijk Orthen, waarna een Bosch’-meierijse wraakactie in de Bommelerwaard plaatsvond. In reactie daarop werden in 1524 Orthen en Empel nogmaals overvallen.

In 1575 werd de pastoor van Orthen van zijn preekstoel gesleurd en voor 800 gulden weer vrijgelaten

Aan het einde van het jaar 1579 lagen er garnizoenen te Orthen (bij de verschanste kerk).

In 1572 vestigde Holstein zijn hoofdkwartier te Orthen, dat volledig werd ontruimd: alle inwoners werden verjaagd. Holstein met zijn “zwarte ruiters” hielp de Spanjaarden onder leiding van Alva. Ze werden slecht betaald en “deden seer veel quaets met roven, steelen ende plonderen op den huijsman”.

In 1587 stonden de landerijen bij Orthen onder water en konden niet worden bebouwd.

De schans die in 1593–1595 te Orthen werd gemaakt, ondervond veel verzet van de bevolking van ’s-Hertogenbosch, terwijl de dorpelingen zich keerden tegen de voorgenomen sloop van hun kerk; de kerk bleef behouden, maar het dorp was als gevolg van de verschansingen gedurende enkele decennia onbewoond.

In 1601 legde Maurits versterkingen aan b.v. in Orthen. Daar werden boerderijen gesloopt om vrij schootsveld te krijgen. Landerijen werden onder water gezet, bruggen afgebroken, oogsten vernield en boeren verdreven.

Op een kaart van Smalleveld over het beleg van Maurits in 1603 werd Orthen afgebeeld als bovenstaand. Orthen, sterk verschanst.