Home ยป Overige vertelpunten ยป 804. Berlicum tijdens de tachtigjarige oorlog

804. Berlicum tijdens de tachtigjarige oorlog

Berlicum was van de graaf van Oost-Friesland en had vrijstelling gekregen van de Spaanse contributies, mits zij (met Heeswijk, Dinther, en Schijndel) een garnizoen op het kasteel van Heeswijk onderhielden maar in 1581 werden ze toch nog gedwongen tot contributiebetalingen.

Aan het einde van het jaar 1586 werd Berlicum tweemaal door Staatse soldaten overvallen en verbrand; met de paarden en runderen werden 80 gijzelaars (mannen, vrouwen en kinderen) meegenomen naar Heusden en buiten de rantsoengelden beliep de schade meer dan 30.000 gulden. De 80 gijzelaars moesten elk voor zich, uit eigen middelen de losgelden opbrengen. In december 1588 zaten ze al meer dan een jaar vast, omdat zij geen middelen tot lossing hadden.

In Berlicum werd hop verbouwd op de overgang van de zand- naar de kleigronden.
Als in 1580 werden in Berlicum de vogelweiden verhuurd zodat de dorpslasten bestreden konden worden.

Op 4 mei 1587, toen het raapzaad bloeide, liepen de landerijen te Berlicum onder, wat een misoogst (vooral hop en rogge) tot gevolg had.

In 1600 werd de Dieze afgedamd waardoor de landerijen bij Berlicum onder water liepen.

In 1603 legde Maurits versterkingen aan b.v. bij Koudewater. In die buurt werden boerderijen gesloopt om vrij schootsveld te krijgen. Landerijen werden onder water gezet, bruggen afgebroken, oogsten vernield en boeren verdreven.