De Gement is een groot open landschap ten zuidwesten van ‘s-Hertogenbosch waarin twee groene eilanden lijken te drijven. Het zijn twee eendenkooien. De oude en de nieuwe kooi waarvan de oude er al was in 1629 en de Canarie van van Grobbendonck werd genoemd. Het was van Frederik Hendrik heel lastig om er een linie aan te leggen maar het lukt toch door te hijen, te werken met takkenbossen, te vlechten met wilgentenen en de boel af te plaggen. Zie nr 9.

Het noordelijk deel is ingericht als hoogwaterbergingsgebied.

Oorspronkelijk wilde de gemeente ‘s-Hertogenbosch een randweg aanleggen door het gebied en het bovenstaande gedeelte bebouwen. Daar was weerstand tegen temeer omdat het gebied zo nu en dan werd bezocht door meer dan duizend kleine zwanen. Die vogels hebben een gele snavelbasis en zijn zo groot als een gans. Er zijn er maar 16.000 van in de wereld en soms streek wel 10 % van de werledpopulatie neer in de Gement. Nederland had een verdrag ondertekend dat als één procent van de wereldpopulatie ergens voorkomt het een natuurgebied moet zijn. Vandaar dat in Brussel uiteindelijk besloten werd dat de Gement een natuurgebied moet blijven.

Foto’s Rob de Vrind

Het gebied is nu ook ingericht om de hele zeldzame Pimpernelblauwtjes een groter areaal te geven. De landbouw is uit het gebied gehaald, de toplaag is verwijderd en men hoopt dat de Grote pimpernel overal gaat groeien. Dat is de plant waar de Pimpernelblauwtjes hun eitjes in leggen. De larven doen zich dan tegoed aan de bloemhoofdjes. Volgegeten vallen ze dan op de grond en daar hebben ze de code van de Moerassteekmier gekraakt. Door het geroffel denken de knoopmieren dat de larven bij hun eigen broed horen en ze brengen ze dan in hun mierennest.
In de winter eten de larven van de vlinders stiekem van het broed van de mieren en in het late voorjaar komen ze uit het nest als vlinder. In het gebied heb je dus ook die mieren nodig en men heeft er 39 plots voor aangelegd. De eerste vlindertjes zijn er al gesignaleerd. Doordat de grond weer voedselarm is gemaakt (door de toplaag af te plaggen) zijn er veel bijzondere planten gaan groeien en is het aantal soorten van 70 naar 890 gegaan.