De Groene Vesting

een levende linie om 's-Hertogenbosch

Home ยป Vertelpunten op de linie ยป 011. Heischans / Dry Ghezusters

011. Heischans / Dry Ghezusters

In 1629 was de Vughtse Heide een grote kale vlakte. Vlak bij deze plek liet Fredrik Hendrik een drietal redoutes (uitkijkposten) bouwen. De soldaten noemden deze redoutes de ‘Dry Ghezusters’. De Heischans bevindt zich ten oosten van Lunet 2, ter hoogte van de fusilladeplaats. De schans was een belangrijk verdedigingswerk op de circumvallatielinie.

Wat was de circumvallatielinie? De Linie van Frederik Hendrik bestond uit twee linies. De buitenste was de circumvallatielinie van ongeveer 44 kilometer. Die bestond uit een ring van dijken, batterijen, schansen, redoutes (uitkijkposten), hoornwerken en waterwegen, om Spaanse ontzettingstroepen van buitenaf tegen te houden. De binnenste linie heette de contravallatielinie. Deze werd pas na de voltooiing van de circumvallatielinie aangelegd om de communicatie tussen de kampementen vlotter te laten verlopen, de stad te belegeren, de mensen te beletten de stad te ontvluchten en om het gebied kleiner te maken dat drooggemalen moest worden.

Vanaf de afdamming van de Dommel totaan de Gement had men buiten de linie twee grote grachten graven (ook over de Vughterhei), de ene 25 (8m) en de andere 30 voet (10 m) breed, 30 voet (10 m) van de linie.Zo werd van de vijand, het water, een vriend gemaakt.

Hendrik van den Bergh ging met zijn leger zitten in Haaren. Zeventig vanen ruiters en 30.000 man troepen tesamen met veertig kanonnen (volgens Heinsius) Ze vroegen Frederik Hendrik of hij al niet aan het opbreken was want het was onverstandig het machtige leger van de Spanjaarden af te wachten en berouw werd geaccepteerd als ze zouden opgeven. Indien ze koppig bleven zou alleen nog de totale vernietiging resteren.

Maar om de aanvallen van Graaf Hendrik van den Bergh te weerstaan werden overal maatregelen genomen. Op de Vughtse heide werden alle dagen รฉรฉn uur voor de nacht 24 vaandels voetvolk boven de gewone wacht en het merendeel ruiterij gezonden, die zich in slagorde opstelde langs de afscheiding die van het kwartier van Frederik Hendrik te Vught tot aan dat van Pinsen. Elk vaandel voetvolk afzonderlijk, in 50 schreden van elkaar en even zover van de afscheiding. De ruiterij stelt zich op ongeveer 300 schreden achter het voetvolk op om het te ondersteunen en aan te vallen op alles dat over de afscheiding mocht komen, maar ook om te ondersteunen al waar nood het kon vereisen.

Het wordt gedaan door grote inspanning van de soldaten en officieren. Frederik Hendrik was alle nachten persoonlijk aanwezig en bezocht de wachten en de compagnieรซn die in slagorde staan en voorzag ze van aanwijzigen ter verbetering of berispte degenen die het bevel niet goed volbrengen. Hij deed nog meer dan de soldaten die de dag erna konden rusten en zich verpozen. Want thuis gekomen gunde hij zich maar รฉรฉn uur rust waarna hij zich weer naar de naderingen begaf.

Op zaterdag 26 mei vonden er schermutselingen plaats op de Vughterheide. Zowel te paard als te voet werd er gevochten met musket en kanonnen.

Op 25 juni hieden Frederik Hendrik, de koning van Bohemen en de adel de hele nacht de wacht bij de drie schansen die men de drie gezusters noemden (Bor 1630)

Op 26 juni 1629 probeerde Hendrik van den Bergh of hij drieduizend mannen in de stad kon krijgen. En om Frederik Hendrik te verschalken trok hij met het merendeel van zijn troepen naar de Vuchterhei waar hij omstreeks middernacht aangekwam.

Tevens heeft Graaf van den Berg de Hertog van Bournonville met omtrent tweeduizend voetknechten en acht kornetten paarden heen gestuurd om aan te gaan vallen tussen het kwartier van Bredero en Graaf Ernst Casimir.
Maar hij is weder teruggekeerd zonder iets te ondernemen, mogelijk vanwege het water dat tussen die kwartieren en de afscheidingen staat.

Diezelfde nacht kreeg Kolonel Diesdorff bevel om het kwartier te Vught aan te vallen.
Hij is โ€™s avonds opgebroken te Haren en heeft de hele nacht door het water gelopen dat zich heeft opgehoopt omdat wij de Dommel hebben afgedamd. Omstreeks 23.00 uur heeft hij het dijkje bereikt dat zich op 600 scheden van ons kwartier bevindt. Dit dijkje heeft de Dommel aan de rechter hand en het ondergelopen land aan de linker. Maar hij heeft bemerkt dat zijn aanslag te gevaarlijk was temeer omdat FH het dijkje op verschillende plaatsen had doorgesneden. Vandaar dat hij is teruggekeerd zonder iets te ondernemen.ย 

Nadat de nacht dus zeer onrustig was, kwam eindelijk de dag en lagen de Spanjaarden slechts op een kanonschot van onze afscheidingen achter de klingen (lage duinen) die zich op de heide bevinden. Ze schoten op iedereen die zich buiten de klingen vertoonde, waardoor enigen gesneuveld zijn, onder andere Ritmeester Verreyken. Ongeveer gelijktijdig is de Hertog van Bouillon, een jonge Heer, vol van moed, met enige vrijwillige Edellieden buiten de afscheidingen zeer hete schermutselingen met de Spanjaarden begonnen. Franse Ritmeester Mauve aan zijn kant is daarbij gesneuveld.

Ondertussen kreeg Graaf van den Berg tijding dat Diesdorff in de stad gekomen was waardoor hij zeer verheugd was. Het gerucht van deze daad was zo groot dat Graaf van den Berg zijn leger weer heeft teruggetrokken in zijn vorig kwartier. Daar maakten de Staatsen gebruik van en we zijn meteen begonnen de plek waar Van den Berg door dreigde te stoten, te versterken door de afscheiding te verhogen, er enige rijen stormpalen voor te zetten, de dijk op verschillende plaatsen op te graven en er geschut op te stellen. Zo werd de plaats bijna ontoegankelijk.ย 

Op 31 juni 1629 werd er geschoten bij de drie gezusters. Colonel Louys de Lavin Heer van Fama werd bij de aflossing doodgeschoten en werden begraven te Heusden op 8 juli.

Op 2 juli waren er bij Vucht schermutselingen met de wacht en in de namiddag ook bij de drie gezusters. Overlopers klaagden over grote honger.ย  (Bor 1630)

Op 17 juli zag Hendrik van den Bergh in dat zijn pogingen vruchteloos waren en trok hij richting Grave. Hij stuurde een brief naar van Grobbendonck met de inhoud die onderaan staat. De brief werd onderschept door Frederik Hendrik en die stuurde hem naar de Staten Generaal zeggende dat hij manschappen achter Hendrik van den Bergh zou aansturen zoveel als hij rond ‘s-Hertogenbosch kon missen.ย 

De brief:

Mijnheer, ziend dat het onmogelijk is de Vijand (de Staatsen) in hun werken te overweldigen met het volk dat waarover ik kan beschikken, omdat hij bijzonder goede versterkingen heeft aangebracht, vindt ik het slim op te breken en me te voegen bij het volk van de Keizer die ook in de wapenen zijn en massaal naar Wesel trekken, in de hoop dat daarna de Staatsen met ons gaan vechten en God ons de overwinning zal opleveren, waardoor de stad ontzet zal worden, mits gij het nog een tijd kan uithouden. Biddend dat u, als u deze brief ontvangen heeft, terstond in de nacht een groot vuur op de toren van de St. Janskerk wilt maken en op de andere dag veel rook op de toren zodat ik weet dat de brief is aangekomen. Laat hetzelfde de volgende dag zien als de bode werderom met een brief van uw kant vertrekt. (aldus Prempart).ย 

Op de noordelijkste redoute van de Dry Ghezusters werd na de capitulatie van ‘s-Hertogenbosch, in september 1629, een grote feesttent geplaatst. Van daaruit bekeek Fredrik Hendrik de uittocht van het Spaanse garnizoen. Behalve zijn gemalin Amalia van Solms, had hij ook een groot aantal edelen uitgenodigd. Onder wie de koning van Bohemen, de kroonprins van Denemarken, de hertog van Wittenbergh, en de voltallige Staten-Generaal. De minstens 1200 karren waarmee het Spaans garnizoen, zieken en de geestelijken de stad verlieten, waren geleverd door Frederik Hendrik. Hij stuurde zelfs militaire begeleiding mee tot aan Diest.

En kwamen op de tijding hiervan uit de naast gelegen provincies zo veel volk in het leger, zo om te zien het uittrekken van het garnizoen van de stad als het leger, dat men zou zeggen, dat er niemand thuis was gebleven.

Op 17 september begon de uittocht al in aller vroegte met aan het hoofd van alles een compagnie vuurroers te paarde, en omtrent 100 mannen te voet te zien. Daarna volgden de bepakte en gezakte wagens, zieken en gewonden. Achter aan het gehele voetvolk verdeeld in drie bataljons, goede manschappen en goed uitgedost, hun vliegende vaandels aan hun hoofd hebbende en met slaande trommen ongeveer 1500 man sterk. Voor het tweede bataljon ging de Stadsvoogd die Frederik Hendrik begroette.

Frederik Hendrik had twee Tenten opgericht in de buurt van het Gerecht van de Stad, waar hij vergezeld was van zijn prinses, de koning en koningin van Bohemen, de Prins van Denemarken, naast in de veertig Hertogen, Graven en Baronnen. Frederik Hendrik liet de Stadsvoogd eerst de Koning van Bohemen groeten.

“De Koning van Bohemen, de Princes van Oranje met een menigte juffrouwen werden, gefourneerd in een grote tent, met opzet daar neergezet op een hoge batterij, voorbij de welke zij allen moesten passeren. De Prins van Oranje was daar omtrent ook in een andere tent gelogeerd en vergezeld van de voornoemde Koning van Bohemen, de Prins van Denemarken daarnaast nog meer de 40 zowel Hertogen, Graven, Baronnen, Ridders en Edelen” (Saken van Staet en Oorlog).

Daarna prees Frederik Hendrik het gedrag van de Stadsvoogd in het beleg waarop deze beleefd antwoordde en daarna vertrok. Aan de staart van het voetvolk volgden de drie overige standaarden ruiterij met helmetten op het hoofd en het pistool in de hand. Wat de zes stukken geschut en de twee mortieren betreft, die konden vanwege de slechte weg niet over het land vervoerd worden en zijn derhalve ingescheept en naar Antwerpen gebracht.

Daar stond de overwinnaar, โ€œvergeselschapt met sijn Princesse, sijne Majesteyt [Frederik V] van Bohemen, met sijn Coninginne, den Prince van Denemarcken, nessen inde veertich, soo Hertoghen, Graven, als Baroenen by den anderen waren. Ten is noyt in gheene belegheringhe van dese lande aen weder-zijden ghesien, dat soo vele Hertoghen, Graven, Baroenen, Edelen ende voluntarissen uyt verscheyden Coninckrijcken ende plaetsen gecomen zijn om te besichtighen als voor dese stadt, daer elck niet ghenoegh van weet te spreken, zijnde alles gheschiet in seer korten tijt, ende den vyandt hem de eere heeft moeten gheven als hy met sijn machtich Heyr-Legher aenquam, dat hy niet en konde of wiste te attenteren, die van de stadt met een briefken troostende, ende soo zijn adieu nemende.โ€

De uittocht van de Bosschenaren met 1200 karren. Voorop de ruiterij die alle aandachttrokken door hun fraaie uitdossing. Dan honderden voetknechten en daarna wagens met zware bagage, zieken en gewonden. Dan de rest van de ruiterij en een koets met de echtgenote van van Grobbendonck die net bevallen was met baby en min. Daarna de geestelijken in hun gebruikelijke habijt. Achteraan van Grobbendonck zelf. De drie zeer grote en drie middelgrote kanonnen bleven in de modder steken. Ze werden later verscheept.ย ย 

Een onafzienbare menigte ging vervolgens de stad in om hem te bekijken.ย 

Men beweerde dat er 1200 doden in de stad te betreuren waren en ongeveer evenveel gewonden.

De boeren waren blij dat er een einde was gekomen aan de strooptochten van de Spanjaarden en de meer dan eens met geweld ingevorderde belastingen.ย ย 

Vertelpunten op de linie